Het huis van mijn hart heeft alles weer opengezet

Ik weet het nog precies. Dat ik thuiskwam. De sleutel in mijn hand. Het moment dat ik deze in het mij zo bekende slot stak en er opeens een deurtje openging in mijn hart. En de realisatie zó maar in mijn lijf landde: mijn hart is uit dit huis.

Was het na een dag werken? Of na het boodschappen doen? Ik weet het niet meer. Was het twee jaar terug? Of was het drie jaar terug? Ik weet het niet meer. Alleen het moment zelf staat me voor de geest. Kristalhelder, het besef: mijn hart is hier weg. Ík ben hier weg. 

De eerste stap richting een andere toekomst
Heel even stond ik helemaal stil. Mijn hand bewegingloos, met de sleutel in het slot. Mijn adem gestokt. Een moment buiten de tijd. Een ademhap. Toen draaide ik de sleutel om, deed de deur open en stapte over de drempel. Het was de eerste stap in het proces van transitie. De eerste stap richting een andere toekomst. Zo anders dan gewenst, zo anders dan gehoopt. De eerste stap richting de pijnlijke overgang van partnerschap naar alleen ouderschap.

Het duurde tot…
De deur die ik eerder had opengedaan, ging niet meer dicht. Want het klopte niet. En dus was mijn hart gestopt met kloppen. Voor deze relatie. En daardoor voor dit huis. Het duurde even voor het van hart naar handen kwam. Van het Binnen weten naar het Buiten handelen heeft tijd nodig. Reistijd. Het duurde tot het overlijden van mijn moeder. In het gezicht van de dood had ik geen excuses meer. Had ik geen verhalen meer die ik mijzelf kon vertellen zodat ik alles uit de kast bleef trekken om het te laten werken. Die kast was leeg. In het gezicht van de dood liet mijn hart zich niet meer wegsturen. 

Onze levensstroom stagneert
Ik had de dood onder ogen te zien, niet alleen letterlijk van mijn moeder, maar ook figuurlijk in dit stuk van mijn leven. En, in de realisatie van de dood, weer toegang te krijgen tot het leven. Omdat in dat wat we opsluiten niet willen weten, niet onder ogen willen zien, onze levensstroom stagneert. Wijzelf stagneren. We niet verder komen voor ons gevoel of merken hoe onze vreugde afneemt. Langzaam soms, maar zeker. En hoe hard je de deur ook dichtdoet en de sleutel omdraait – bewust of onbewust – er ergens altijd iets blijft knagen. Onder de deur door. En onzekerheid en twijfel onze metgezellen worden. Onze reisgenoten.

Het huis van mijn hart
Met het onverwachte openen van de deur, verdwenen onzekerheid en twijfel. Want naast alles wat ik niet wist en niet kon overzien, wist ik dit wel: de zekerheid dat dit klopt. Ook al is de transitie nu nog pijnlijk en onrustig.

Het huis van mijn hart heeft alles weer opengezet. Voorbij de pijn ligt ruimte. Mijn huissleutel bleek een sleutel tot mijn hart.