Nachtwake

Je was 44 jaar toen ik werd geboren. 

Nu, op mijn 44e, is het jouw beurt mij ’s nachts wakker te houden en lijken de rollen bijna omgedraaid. 

Maar wat laat je me nog veel zien. Je heldere blik als je zaken doet, je overzicht, je duidelijke meningen. 

Je overtuiging van wat er moet gebeuren. 

Wat kan je kijken, pa. 

Gek hoe ik die variatie aan blikken en vooral de scherpte ervan bijna was vergeten.

Je laat me zo duidelijk het Toen van jou beleven. Een schokje van herkenning. 

Die ogen, dat priemende. Dat heb ik dus van jou, pap. 

De nacht is hier en de schaduw heerst. 

Zo mooi recht als de nachtzuster je heeft gelegd, zo krom getrokken ben je nu.

Ik ben je kwijt. Je ogen… een dolende ziel. 

Verdwaald tussen hier en de overkant. Houd je levenslange waakzaamheid je hier?

Ik vind het mooi, pap.

Zoals je me hebt geleerd over het leven, zo leer je me nu over de dood.